Nieuws
Bankzitters bezorgen Van de Looi kopzorgen: 'Het is een totaal andere situatie'
Erwin van de Looi spreekt zijn zorgen uit over de speelminuten die de Jong Oranje-spelers in het buitenland krijgen. De bondscoach erkent dat dit bij Jong Oranje voorheen beter geregeld was.
"Wat je altijd aangeeft naar je spelers is: speel op een zo hoog mogelijk niveau, maar wel dat je zoveel mogelijk kan spelen", zegt Van de Looi in gesprek met Voetbal International. In de afgelopen transferperiode maakten onder meer Myron Boadu, Kjell Scherpen, Jurgen Ekkelenkamp en Brian Brobbey streken neer in het buitenland, waar ze meer op de bank zitten dan hen lief is. "Dat is natuurlijk altijd een spanningsveld. Kies je voor net te hoog, dan maak je minder minuten. Kies je net te laag, dan speel je misschien meer minuten, maar had je op een hoger niveau kunnen spelen. Maar je leert het meeste van spelen, spelen, spelen", vervolgt de Jong Oranje-trainer.
Van de Looi noemt als voorbeeld dat er in de vorige cyclus - waarin de halve finale van het EK werd gehaald - veel spelers uit de Eredivisie bij de selectie zaten. Dat is nu anders. "Dat hadden we bij de vorige cyclus beter voor elkaar. Nu hebben we geen spelers van AZ of PSV. Van Feyenoord hebben we alleen Lutsharel Geertruida en van Ajax Devyne Rensch, Kenneth Taylor en Jay Gorter. Die jongens staan daar niet eens in de basis. Het is een totaal andere situatie", zegt hij zorgelijk in een interview met Voetbal International.
Waar Brobbey voor een avontuur bij RB Leipzig koos, had Van de Looi het liever anders gezien. "Ik begrijp die keuze ook wel. Er zit niet alleen een sportief aspect aan, dat begrijpen we allemaal wel. Maar het liefst heb ik jongens die minuten in de benen hebben en wedstrijd-hard zijn."
