Nieuws
Dit zegt Noa Lang over de ruzie met Ten Hag in zijn tijd bij Ajax
Noa Lang staat te boek als een lastige jongen. Dat heeft hij vooral te danken aan een ruzie die de aanvaller bij Ajax had met toenmalig trainer Erik ten Hag. In Noa Lang: Lastpak, de vierdelige docuserie die sinds vrijdag op Prime Video staat, gaat Lang in op het conflict. Dit is wat hij erover te zeggen had.
In het bekerduel met Telstar in seizoen 2019-2020 ging Lang een discussie aan met aanvoerder Dusan Tadic. De jongeling liet een bal van Tadic lopen, waarna de aanvoerder hem vervolgens aansprak. Lang reageerde daar vervolgens op, waarna hij van Ten Hag op zijn kop kreeg. "Je moet je mond houden en luisteren. Het is onze wedstrijd, niet jouw wedstrijd", riep de toenmalig trainer van Ajax.
Hoe kijkt Lang naar de ruzie?
"Ik weet dat ik het type ben dat het bloed onder je nagels vandaan kan halen, omdat ik zeg wat ik denk", begint Lang over het incident. "Voor een trainer kan dat ook niet altijd makkelijk zijn en ik ben ook gewoon een winnaar." De aanvaller vindt het vooral vervelend dat zijn stempel van lastige jongen van dat moment komt. "Tadic had de bal, hij speelt die bal veel te hard, de bal gaat uit en hij zegt: 'je moet eerder rennen, dan houd je hem binnen.' Ik zeg tegen hem: 'je moet die bal gewoon goed spelen.' Wie krijgt er op zijn kop waar de microfoon naast staat? Ik. Het maakt me niet uit wie je bent, ook al was ik toen negentien. Als mij onrecht wordt aangedaan, dan zeg ik het gewoon."
Hoe was de relatie met Ten Hag na de ruzie?
De relatie tussen Ten Hag en Lang was niet goed na de ruzie. Toen de rechtspoot Ten Hag vroeg hem te laten vertrekken, kreeg hij geen reactie op zijn bericht. "Hij heeft me ook nooit meer succes gewenst of wat dan ook. Niet eens een appje, helemaal niks", stelt de vleugelspeler. "Dat is wel zoiets waarvan ik dacht... Oké, niet eens succes, tegen jouw speler. Ik heb toen gewoon een zak gepakt, al mijn schoenen erin gedaan en gezegd: 'ik kom niet meer man.' In mijn hart wilde ik bij Ajax blijven, maar mijn verstand zei dat ik weg moest."
