"Het meest opvallende was dat hij het bijna 120 minuten zonder problemen volhield"

De fitheid van de spelers van Ajax en PSV was voor veel spelers een thema tijdens de bekerfinale. Beetje bij beetje vielen ze bij bosjes om, maar dat gold niet voor Brian Brobbey. Daar kijkt Valentijn Driessen, chef-voetbal van De Telegraaf van op.
Aan Brobbey kleeft het stempel dat hij het maar lastig negentig minuten lang vol kan houden, maar daar was zondag niets van terug te zien. De spits van Ajax oogde topfit en was zelfs één van de weinigen die de 120 minuten vrijwel zonder kleerscheuren door kon maken.
"Het meest opvallende was dat Brobbey het 120 minuten bijna zonder problemen volhield", begint Driessen in de voetbalpodcast van de ochtendkrant. "Dan denk ik: het gaat altijd over data en er wordt iedere keer gezegd dat hij geen hele wedstrijden kan spelen en hij er niet alles voor doet. Hij staat 120 minuten op het veld en is ook in de 119de minuut nog dreigend."
Data
Gerald Vanenburg en Winston Bogarde stipten het afgelopen week al aan, maar het gaat de laatste tijd veel over data bij Ajax. Daar vindt Mike Verweij, journalist bij De Telgraaf, ook het zijne van. "Data moet ondersteunend zijn en niet leidend. Wat er bij Ajax gigantisch fout is, is dat het daar wel leidend is. De afdeling performance wordt op handen gedragen. De Ajacieden zijn al wekenlang twee dagen in de week vrij. In de middag lopen alle Ajacieden gewoon in de stad, want: er kan weleens een speler in het rood komen."
"Het gevolg is dat ze tijdens een bekerfinale na zestig minuten niet meer kunnen lopen en achter elkaar met kramp op het veld liggen", constateert de journalist, die nog een tip voor technisch directeur Sven Mislintat heeft. "Als Mislintat toch gaat vegen met zijn grote bezem, dan moet hij misschien ook een keer door de performance-afdeling heen."




