Koppen vergroot risico op dementie, Gezondheidsraad pleit voor spelregelwijziging
De Gezondheidsraad adviseert om het aantal kopballen in het voetbal flink te beperken. Herhaald hoofdcontact, bijvoorbeeld bij kopduels of het raken van een tegenstander, leidt volgens nieuw onderzoek tot een verhoogd risico op dementie, de ziekte van Parkinson en ALS. Vooral verdedigers zijn kwetsbaar, terwijl keepers het minste risico lopen.
Kans op dementie bij profvoetballers twee tot drie keer hoger
Topvoetballers lopen volgens de Gezondheidsraad twee tot drie keer zoveel risico op dementie als mensen die niet op hoog niveau sporten. Bij amateurs ligt dat risico lager, maar zeker niet verwaarloosbaar. Van elke duizend gevallen van dementie zijn er vier toe te schrijven aan topvoetbal, en vijf aan amateurniveau.
De gevaren van herhaald koppen worden steeds zichtbaarder. Zo overleed oud-Sparta-spits Wout Holverda aan de gevolgen van CTE, een hersenziekte die ontstaat door herhaald trauma. Hij werd slechts 63 jaar oud. Dit onderstreept de oproep van de Gezondheidsraad om kopballen drastisch te beperken. Voor kinderen en vrouwen is het risico nog groter. Hun hersenen en nekspieren zijn minder sterk ontwikkeld, waardoor kopballen meer schade kunnen aanrichten. De Gezondheidsraad pleit daarom voor strengere regels voor deze groepen, met extra aandacht voor voorlichting aan ouders en trainers.
Mogelijke maatregelen: kopverbod en aangepaste spelregels
Om hersenletsel te beperken, adviseert de Gezondheidsraad onder meer een kopverbod voor jonge kinderen, minder kopballen op trainingen en het gebruik van lichtere ballen. Ook een verbod op de lange uittrap van de keeper wordt overwogen. In landen als België, Engeland en Schotland gelden al limieten of verboden op kopballen bij jeugdspelers.
De Nederlandse Sportraad komt later deze zomer met concrete aanbevelingen aan sportbonden, overheid en clubs. Mogelijk volgen dan ook officiële limieten voor kopballen in Nederland.