Van Cruijff tot De Jong: deze Nederlanders werden kampioen met FC Barcelona

De eerste mijlpaal: Cruijff verandert alles

In het seizoen 1973–74 bracht Johan Cruijff een ommekeer teweeg bij FC Barcelona. De club zat in een sportieve crisis en had al veertien jaar geen landskampioenschap meer gewonnen. Cruijff's komst vanuit Ajax werd met veel verwachting onthaald, en hij stelde niet teleur. Zijn debuutseizoen stond in het teken van dominantie, creativiteit en leiderschap. Onder zijn invloed werd Barcelona op overtuigende wijze kampioen, waarbij hij zelf negen keer scoorde en het elftal naar een hoger niveau tilde. Cruijff legde met deze titel de basis voor de moderne voetbalfilosofie van de club.

Het Dream Team onder Cruijff

Tussen 1990 en 1994 leidde Johan Cruijff als trainer het inmiddels legendarische 'Dream Team'. Ronald Koeman was een vaste waarde in de verdediging en bekend om zijn harde vrije trappen en leiderschap. Hij was medeverantwoordelijk voor vier opeenvolgende landstitels en zijn rol als aanvoerder gaf het team stabiliteit. In 1991–92 kwam daar ook de eerste Europacup I bij, waarin Koeman het winnende doelpunt maakte. Richard Witschge voegde zich dat seizoen bij het team en droeg in twee titeljaren bij als middenvelder met technisch vernuft. Deze periode geldt als de eerste echte dominantie van Barcelona op nationaal en Europees niveau, waarin Nederlandse inbreng van groot belang was.

Oranje-invasie onder Van Gaal

Eind jaren '90 haalde Louis van Gaal een complete Nederlandse kolonie naar Camp Nou. In het seizoen 1997–98 won Barcelona de dubbel met Ruud Hesp als eerste doelman, Michael Reiziger als rechtsback en Winston Bogarde in het hart van de verdediging. Het seizoen erop werd een recordaantal van zeven Nederlanders kampioen: Frank en Ronald de Boer, Patrick Kluivert, Phillip Cocu, Boudewijn Zenden, en opnieuw Reiziger en Bogarde. Kluivert werd topscorer, terwijl Cocu en de De Boers een centrale rol speelden in de as van het team. Van Gaal gaf zijn vertrouwen aan Nederlandse discipline en techniek, en dat vertaalde zich in sportief succes, al was het niet zonder controverse binnen de Spaanse pers en supportersgroepen.

Nieuwe namen in een nieuw tijdperk

Na de eeuwwisseling werd het aandeel Nederlanders kleiner, maar hun impact bleef voelbaar. Giovanni van Bronckhorst groeide uit tot een stabiele linksback en werd in zowel 2005 als 2006 landskampioen onder Frank Rijkaard. In 2006 voegde Mark van Bommel zich bij het team en won direct de dubbel met de Champions League als hoogtepunt. Ibrahim Afellay sloot zich in de winter van 2011 aan bij het sterrenensemble van Pep Guardiola en droeg in zijn korte speelminuten bij aan de dominante kampioensploeg. Jasper Cillessen werd in 2017 en 2019 kampioen als reservedoelman, vooral actief in bekerduels, maar waardevol voor de teamdynamiek. In 2023 keerde het Nederlandse elan terug met Frenkie de Jong als regisseur op het middenveld. Hij bepaalde het tempo van het spel en bracht rust en balans, terwijl Memphis Depay voor de winterstop zijn stempel drukte met belangrijke doelpunten.

Kampioenenlijst Nederlandse spelers bij FC Barcelona:
1973–74 – Johan Cruijff
1990–91 – Ronald Koeman
1991–92 – Ronald Koeman, Richard Witschge
1992–93 – Ronald Koeman, Richard Witschge
1993–94 – Ronald Koeman
1997–98 – Ruud Hesp, Michael Reiziger, Winston Bogarde
1998–99 – Frank de Boer, Ronald de Boer, Patrick Kluivert, Phillip Cocu, Michael Reiziger, Boudewijn Zenden, Winston Bogarde
2004–05 – Giovanni van Bronckhorst
2005–06 – Giovanni van Bronckhorst, Mark van Bommel
2010–11 – Ibrahim Afellay
2017–18 – Jasper Cillessen
2018–19 – Jasper Cillessen
2022–23 – Frenkie de Jong, Memphis Depay